Zij staarde in de Waal
Zij staarde in de Waal. ‘Mooi hè?’ (…) Toen leunde ze haar bovenlijf uit ’t raampje en keek naar Nijmegen, dat daar lag op de heuvels aan de rivier, zoo on-Hollandsch, zwak romantisch, huizen boven huizen en boomen boven boomen, en zong tegen den wind en ’t gerammel van den trein over de brug.
Zij staarde in de Waal
Dit citaat is afkomstig uit Dichtertje (1917) waarin Nescio, pseudoniem van J.H.F. Grönloh (1882-1961), een van zijn vele bezoeken aan Nijmegen en omstreken beschrijft. Geen enkel andere stad is zo met Nescio verbonden als Nijmegen, zijn literair Utopia. Zijn voorkeur ging in het bijzonder uit naar het heuvellandschap ten oosten van de stad.
In Nescio's bekendste werk, De uitvreter (1911), speelt de spoorbrug over de Waal ook een cruciale rol: ‘En altijd stroomde ’t water naar het Westen.(…) Nu ligt de brug er over. Nog maar kort, nog maar wat jaren. En toch heel lang (…). Duizenden tobbers die de brug gezien hebben, zijn nu dood. En toch ligt ie er nog maar kort. Veel, veel langer stroomde het water daar. En er was een tijd toen dat water er niet stroomde. Die tijd is nog veel langer geleden.(…) En onderwijl gaat de zon op en onder, de rivier stroomt daar naar ’t Westen en blijft stroomen tot daar ook een eind aan komt’.
Japi, de hoofdfiguur uit De uitvreter, besluit uit het leven te stappen, letterlijk: ‘Op een zomermorgen om half vijf, toen de zon prachtig opkwam, is hij van de Waalbrug gestapt. De wachter kreeg hem in de gaten. "Maak je niet druk, ouwe jongen", had Japi gezegd, en toen was i er af gestapt met zijn gezicht naar het Noord - Oosten. Springen kon je het niet noemen, had de man gezegd, hij was er afgestapt! (…) De rivier is sedert naar het Westen blijven stroomen en de menschen zijn blijven voorttobben.’
De tekst van het literaire baken (hoewel afkomstig uit Dichtertje) is geplaatst op de spoorbrug, op de plek die overeenkomt met die waarop Japi uit het leven stapt. Want hoewel in de tekst de Waalbrug vermeld is, was op het moment dat Nescio dit schreef de spoorbrug de enige brug over de Waal. De brug die het autoverkeer via de singels de stad in leidt, dateert van 1936.
Het werk van Nescio gaat voornamelijk over de tegenstelling tussen de onpraktische kunstenaar en de zelfvoldane, gearriveerde burger. De schrijver laat de ijdelheid van de wereld zien. In 1996 verscheen zijn Verzameld werk.
Bron
Nescio, Dichtertje. De uitvreter. Titaantjes, zevende druk, Nijgh & Van Ditmar, oktober 1963