Skip to main content

Je moet niet slapen ...

Daar zitten we. De bogen van de brug staan als bolle
golven boven het water. Die brug is een belofte. We
moeten gaan.


Dave vindt dat ik op het verhaal vooruitloop.
In mijn hoofd ben ik er al.


Ik zeg: ‘Luister, meisjes krijgen mooie benen,
jongens grote voeten. Sommige dingen moet je laten gaan,
andere moet je achterna.’


Wij zitten daar en zijn afwezig; liggen liever dan
we lopen. We vergeten dat we uit net genoeg water
bestaan om een vloedgolf te vormen, vergeten dat
we verder kunnen komen.


Dave zegt: ‘Een brug is een brug.’

Het wordt tijd dat hij wakker wordt,
We moeten nodig het water over.

Dennis Gaens
Kelfkensbos 60, Belvédère

De eerste strofe uit het gedicht Je moet niet slapen op de Waalbrug is de tekst van het literaire baken. Het gedicht is te vinden in Gaens’ tweede bundel Schering en inslag.

De locatie van dit baken is het plateau aan de Waalzijde bij de voormalige uitkijktoren Belvédère, waar deze strofe op de balustrade is aangebracht. Hetzelfde is rond 1880 gebeurd met twee Latijnse teksten van Constantijn Huygens en Johannes Smetius. Die staan op de balustrades aan de noordkant van het Valkhof. Net als het baken van Gaens hebben ook deze Latijnse citaten betrekking op de locatie.

Dennis Gaens (1982) was in de jaren 2011-2012 de vierde stadsdichter van Nijmegen. Hij heeft Je moet niet slapen op de Waalbrug in 2011 geschreven voor het 75-jarig jubileum van de verkeersbrug die in 1936 door Koningin Wilhelmina werd geopend. De eerste plannen voor zo’n verkeersbrug – de spoorbrug is van 1879 – dateren al van 1905. Tot beginjaren ’30 is gediscussieerd met name over de locatie van de brug. Zo wilde de middenstand uit de Benedenstad de brug laten uitkomen bij de Ganzenheuvel in plaats van bij de Belvédère. ‘Het gedicht is een verdichte versie van de discussie die er speelde over het wel of niet bouwen van een brug. Het is overigens ook het eerste gedicht waarin ik dialoog gebruikte, iets wat in de bundel daarna belangrijk werd,’ liet Gaens weten.

Zijn poëziebundels Ik en mijn mensen en Schering en inslag zijn in 2011 en 2013 uitgegeven door Van Gennep. Daarnaast zijn diens gedichten, prozateksten en vertalingen gepubliceerd in tijdschriften en verzameluitgaven. Ook draagt hij zijn werk voor op festivals en evenementen en produceert hij podcasts.

Op 20 december 2019 heeft wethouder Monique Esselbrugge het baken onthuld. Wout Waanders, toen stadsdichter van Nijmegen, heeft vervolgens zijn speciaal voor deze gelegenheid geschreven gedicht voorgedragen:

We hebben woord gehouden

Daar zitten we. We zien de brug en we zien hem staan,
ergens aan de rand van de groep naar ons kijken.
We hebben woord gehouden.


In ons hoofd is het allang gebeurd,
is hij te horen in de straten, het park, de achteroms.


Ik zeg: ‘Luister. We moeten naar een plek
die hoog genoeg is om een vloedgolf te overleven.
Je weet nooit wat je achterna zit.’


We klimmen liever dan we lopen, tot we niet meer verder kunnen komen.
We zitten daar en voor het eerst zijn we aanwezig.


De brug zegt: ‘Dennis is Dennis.

Het wordt tijd dat hij op een muur staat,
we willen meer dan alleen het water over.’


Bron
Dennis Gaens, Schering en inslag, Van Gennep, 2013