Ik kon vliegen en ik vloog. Ik was van huis opgestegen toen ik een sprongetje had gemaakt. Vanaf het dak. Hoog boven de straten uitgeschoven. Ik wist niet dat dit een stad was. Ik vloog ontzettend. Over de daken van de Fagelstraat, hoger dan Nijmegen. Ik zweefde langs de huizen en velden, het Galgenveld, Groenewoudseweg, Hazenkampseweg, Nimrodstraat, Dobbelmannweg, Groenestraat. Zie je me vliegen? Ik ontwaakte van de dekens in mijn mond. Ik was over de Wedren gevlogen.
Kees 't Hart
Vliegen over de Wedren
Hotel The Rebyl, Vierdaagseplein 1
Hotel The Rebyl, Vierdaagseplein 1
Verdere info volgt.
Bron: Kees 't Hart, Engelvisje en andere verhalen, Querido, 2010